200 gram glutenvrije speculaasjes van Schär (2 pakken)
150 gram roomboter
1 blikje vlaaifruit
200 gram monchou (2pakjes)
250 ml slagroom
1 zakje klopvast
1 zakje vanillesuiker
100 gram witten basterdsuiker
Vet een springvorm van 20 cm in en bekleed de bodem en de rand met bakpapier.
De bodem:
Maal de speculaasjes fijn in een keukenmachine,
of doe ze in een theedoek en plet ze met de deegroller.
Smelt de boter en roer net zoveel boter door de speculaasjes zodat het net nat is.
(het kan dus zijn dat je een beetje boter overhoudt)
Schep het mengsel in de springvorm en druk goed aan.
(leg er een laag huishoud folie overheen en druk met je platte hand aan)
Laat de bodem minimaal een uur hard worden in de koelkast.
De vulling:
Klop de slagroom stijf met vanillesuiker en klopvast.
Mix de basterdsuiker met de monchou tot er geen stukjes meer in zitten.
Doe het monchou mengsel bij de slagroom en mix het tot het goed gemengd is.
Schep het mengsel over de gestolde bodem en strijk glad.
Laat de taart weer minimaal een uur opstijven in de koelkast
De topping:
Verdeel de vlaaifruit over de taart en zet in de koelkast totdat je de taart nodig hebt.
Het lijkt wat veel werk, maar als je de taart tussen elke stap door op laat stijven zorg je ervoor dat de taart mooi stevig wordt en dat de vlaaifruit niet in de monchou zakt.
Ik maak de taart altijd een dag van te voren.
